Project Description

De meeste mensen deugen boekverslag

De meeste mensen deugen

Samen op weg naar een duurzame toekomst

‘De meeste mensen deugen’, heet een recent boek van auteur Rutger Bregman. De vele voorbeelden uit het boek tonen aan dat de mens van nature goed is. We wonen samen op deze planeet en al samenwerkend moeten we het zien te rooien. Wetenschap en spiritualiteit spelen daarin een belangrijke rol. Duurzaam natuurlijk onderschrijft dat. Darwin beschreef op wetenschappelijke wijze de evolutie van het leven op aarde. De evolutie van Darwin is een evolutie in overleven. Naast wetenschap is spiritualiteit daarbij onontbeerlijk. Het bewustzijn dat we van elkaar en van de aarde afhankelijk zijn. Het zijn allemaal ontwikkelingsstappen die we als mens zetten. ‘Yes, we can’, zei voormalig president van de Verenigde Staten Barack Obama, samen komen we verder. Bregman zet een nieuwe stap in dat bewustzijnsproces. Hij stelt dat er samenhang zichtbaar wordt als we dicht bij elkaar zijn…….en veel kans op goed doen.
Harmonie met Moeder Aarde is een gegeven, altijd geweest.  Als we ons daaraan overgeven kunnen we tot nieuwe stappen komen in de richting van een duurzame toekomst.

De afgelopen eeuwen werd er vanuit gegaan dat de mens een egoïstisch wezen is. Honderden jaren lang hebben we te horen gekregen dat mensen van nature egoïstisch zijn en dat ons handelen voornamelijk wordt ingegeven door eigenbelang. Bregman zien dat dit een van de grootste misvattingen aller tijden is. En daarmee is er hoop voor de toekomst.

“Als je naar het wetenschappelijke bewijs kijkt, kun je alleen maar concluderen dat de meeste mensen deugen. Zo simpel is het”, legt historicus en schrijver Rutger Bregman uit. “Maar als je er dieper over nadenkt, besef je dat dit niet zomaar een mooi idee is, maar dat het extreem revolutionair is. In de afgelopen vijftig jaar hebben we namelijk een systeem gecreëerd dat volledig gebaseerd is op egoïsme en competitie. Onze scholen, gevangenissen, werkplekken en democratieën zijn op die waarden gebaseerd. En kijk waar het ons heeft gebracht: schrijnende ongelijkheid, groeiend wantrouwen, wereldwijde klimaatverandering, het uitsterven van soorten en een epidemie van angst en burn-out. Het is bijna niet te bevatten, maar ons verkeerde beeld van de menselijke natuur bedreigt ons eigen voortbestaan.”

Een explosie van altruïsme
In ‘De meeste mensen deugen’ stelt Rutger dat het hoogtijd is om onze sociaal-economische systemen te herstructureren rondom samenwerking en vertrouwen. Want van geschiedenis tot biologie: het wetenschappelijke bewijs dat een radicaal nieuw mensbeeld ondersteunt is overweldigend. “Sinds de jaren ’60 hebben wetenschappers meer dan 700 casestudies verzameld die stuk voor stuk bewijzen dat er in tijden van crisis een explosie van altruïsme en solidariteit plaatsvindt. Links, rechts, jong, oud, rijk en arm: iedereen werkt ineens samen”, vertelt Rutger. “Desalniettemin hebben de media na een aardbeving of tsunami alleen oog voor de plunderende en gewelddadige minderheid. Dit zorgt voor een scheef beeld van de realiteit.”

We zijn gebouwd om samen te werken
En er is meer. Tijdens het schrijven van zijn boek ontdekt Rutger dat de menselijke geest gemaakt is om goed te doen. Na de Tweede Wereldoorlog concludeerden onderzoekers bijvoorbeeld dat 80 tot 85 procent van de Amerikaanse soldaten hun wapen niet hadden gebruikt, simpelweg omdat ze het idee iemand te vermoorden niet konden verdragen. Rutger: “Begrijp me niet verkeerd: het is duidelijk dat we als soort in staat zijn tot geweld. Maar voor de meesten van ons is het tegennatuurlijk.”

Een nieuwe kijk op het omstanderseffect
Rutger haalt een ander exemplarisch voorbeeld aan: “Tot voor kort dachten wetenschappers dat mensen die getuige waren van agressie of geweld in de openbare ruimte niet geneigd waren om in te grijpen, vooral als er meer omstanders waren. Psycholoog Marie Lindegaard was de eerste die de beelden van bewakingscamera’s in verschillende Europese steden bestudeerde. Na meer dan duizend video’s te hebben bekeken kwam zij tot een heel andere conclusie. Namelijk: dat in 91 procent van alle gevallen mensen elkaar wél te hulp schoten. En dat hoe meer mensen er op straat waren, hoe groter de kans was dat iemand ingreep, omdat mensen steun bij elkaar vonden.”

Samenwerken als superkracht
Naast onze geest is ook ons lichaam gebouwd op samenwerking. Zo zijn we de enige soort op Aarde die kan blozen. En het wit in onze ogen zorgt ervoor dat anderen kunnen zien hoe we ons voelen. “Vanuit een evolutionair perspectief lijkt dit onlogisch”, zegt Rutger. “Want waarom zou je je emoties onvrijwillig willen kunnen onthullen? De enige verklaring is dat deze fysieke eigenschappen ons in staat stellen om beter samen te werken en elkaars vertrouwen te winnen. Onze lichamen zijn dus zo ontworpen dat ze ons helpen om de handen ineen te slaan.”

Terug naar het begin
Om onze samenleving op basis van het nieuwe (en correcte) mensbeeld te herstructureren, en onszelf daarmee in staat te stellen om de grootste uitdagingen van dit moment gezamenlijk te tackelen, is het cruciaal om te weten waar de huidige misvattingen vandaan komen. Want als de meeste mensen goed zijn, waarom is het idee dat we egoïstisch zijn dan zo wijdverspreid?

Misinformatie
Volgens Rutger komt dit deels door de informatie die we voorgeschoteld krijgen. “Het nieuws gaat vooral over uitzonderingen, over de dingen die verkeerd gaan. Het laat ons precies zien hoe de wereld níet werkt”, vertelt hij. “Maar er is meer aan de hand. Want wie hebben baat bij een cynisch en pessimistisch wereldbeeld? Dat zijn degenen met macht. Als we elkaar kunnen vertrouwen, hebben we de CEO’s, managers, monarchen en presidenten immers niet langer nodig om ons te controleren. Dan zou er ruimte ontstaan om de maatschappij op een compleet andere, meer gelijkwaardige manier in te richten.”

Self-fulfilling prophecy
Sterker nog: overal ter wereld experimenteren meer dan vijftienhonderd steden nu al succesvol met een zogenaamde participatiedemocratie. In plaats van politici, zwaaien normale burgers daar de scepter. “En het fascinerende is dat het werkt”, zegt Rutger enthousiast. “Mensen hebben goede discussies over lastige onderwerpen en komen tot effectieve compromissen. Als je mensen als domme consumenten behandelt, gedragen ze zich ernaar. Maar zodra je ze vertrouwen en beslissingsmacht geeft, worden het verantwoordelijke volwassenen. Het is alsof we één sociaal en één egoïstisch been hebben. De vraag is: welk been trainen we?”

Gedrag is besmettelijk
Ook het Noorse gevangenissysteem bewijst dat mensen zich gedragen zoals ze gezien en behandeld worden. Rutger: “In Noorwegen hebben gevangenen de vrijheid om naar de bioscoop te gaan en een baan te hebben. Ze hebben zelfs hun eigen muziekstudio met het bijbehorende label Criminal Records. Dit klinkt misschien gek, maar als je naar de statistieken kijkt, zie je dat Noorwegen een van de laagste recidive-ratio’s ter wereld heeft. Mensen spiegelen elkaars gedrag. Dus de enige manier om een cirkel van verkeerd gedrag te doorbreken, is door iemand die een fout heeft gemaakt waardig te behandelen.”

Verander het verhaal, verander de toekomst
Als we het nieuwe verhaal over de ware menselijke aard omarmen, is er volgens Rutger hoop voor de toekomst. “We kunnen de sociale en ecologische problemen alleen oplossen als we afscheid nemen van onze pessimistische en cynische houding. Want als we de handen ineenslaan en op grote schaal samenwerken, kunnen we onvoorstelbare dingen bereiken. En de geschiedenis wijst uit dat we dat ook snel kunnen. In 1939 was het Amerikaanse leger niet noemenswaardig. Slechts een paar jaar later was het een van de machtigste militaire apparaten ter wereld. We kunnen klimaatverandering precies zo tackelen. Maar het begint allemaal bij een andere mentaliteit.”

Wat jij kunt doen
Voor iedereen die een bijdrage wil leveren aan de cruciale ommekeer heeft Rutger een paar tips. “Ga uit van het beste in de ander. Zelfs als je iemand niet helemaal vertrouwt. En geef het goede voorbeeld. Als je een ander helpt, begint vriendelijkheid zich vanzelf te verspreiden. Want je oogst wat je zaait.”

Jacq van der Pas